Boeterente
bij oversluiten
Normaal
gesproken mag u uw hypotheek volledig boetevrij aflossen wanneer u uw woning
verkoopt of aan het eind van uw rentevasteperiode. Als de huidige marktrente
hoger is dan uw contractrente is aflossen ook geen probleem. Maar als u uw
hypotheek wilt oversluiten tegen een lager rentetarief, dan moet u dikwijls een
zogeheten boeterente betalen. Hoe wordt deze boeterente berekend?
Onder
het kopje extra aflossing staan tegenwoordig in vrijwel elke hypotheekakte de
contante waardecondities genoemd. De meest voorkomende situatie waarin de
contante waardecondities (ook wel CW-condities genoemd) in werking treden is
het moment waarop u uw hypotheek wilt oversluiten. Hoe deze condities uitwerken
laten we zien aan de hand van een voorbeeld.
Stel u heeft een hypotheek van EUR 100.000 met een rente van
8%, waarvan de rentevaste periode nog drie jaar doorloopt. De marktrente voor
soortgelijke leningen bedraagt momenteel 5%. U wilt uw lening oversluiten. Op
basis van de CW-condities wordt de boete als volgt berekend: hoofdsom maal het
renteverschil maal de restant-rentevaste periode. Oftewel: EUR 100.000,= X 3% X
3 jaar = EUR 9.000. Dit is het bedrag dat de geldverstrekker aan
rente-inkomsten zal gaan mislopen. U hoeft dit bedrag niet volledig te betalen
als boete, maar wel de contante waarde van dit bedrag. In dit geval ongeveer
EUR 7.800. Als de bank deze contante waarde 3 jaar (restant-rentevaste periode)
laat renderen, dan zal het zijn aangegroeid tot de eerdergenoemde EUR 9.000.